Ga naar inhoud. | Ga naar navigatie

Persoonlijke hulpmiddelen

slider

Sections

1495

08-12-1495. Graaf Philips staat aan die van Aemsterdamme toe driehonderd en zestig ponden jaarlijks. Van deze som zullen zij trekken driehonderd ponden uit het baljuwschap van Aemsterlant, Waterlant en Zeevanck. Etc...

8 December. Graaf Philips staat aan die van Aemsterdamme toe driehonderd en zestig ponden jaarlijks. Van deze som zullen zij trekken driehonderd ponden uit het baljuwschap van Aemsterlant, Waterlant en Zeevanck. Welk baljuwschap voor eene gelijke som in hunne handen zal gesteld worden. De andere zestig ponden zullen hun door de rentmeesters van den Graaf uit de inkomsten zijner domeinen van Kermerlant worden betaald. Daarentegen zullen de Graaf en zijne nakomelingen vrij blijven van eene rente van zeshonderd en veertig ponden, ten behoeve van zijnen vader verkocht, en van alle achterstallen, welke deze stad daarvan nog te eischen heeft. Hierbij behoudt de Graaf aan zich het recht, om de rente van driehonderd en zestig ponden, ten allen tijde af te lossen. In welk geval het baljuwschap weder zal moeten worden teruggegeven en de Grafelijkheid ook van de overige zestig ponden zal ontlast blijven. Afschrift op perkament, waarvan het origineel voorzien was met het zegel van den Graaf. Gegeven in onser stadt van Bruessel den VIIIen dach van Decembre int jaer ons Heeren duysent vierhondert vive ende tnegentich.

De reeds in Januari van dit jaar benoemde Baljuw, Meinert Willemszoon, wordt thans door den Hertog in dat ambt bevestigd voor zes jaren, ingaande 1 October en ontvangt ook van 's Hertogs wege, zijne brieven van commissie, doch ten behoeve der stad Amsterdam. En zoovelen na Meinert het ambt bekleeden mogen, zullen Baljuw zijn bij commissie van den Genadigen Heer, maar ter nominatie van Amsterdam; want deze overeenkomst zal duren zoolang, tot dat de rente van 360 pond door de Grafelijkheid gelost zal zijn.

Juist twintig jaren is Amsterdam in het bezit van het Baljuwschap. J.ter Gouw.

S0001

Gerelateerde inhoud
Bronnen & Literatuur
1495
Share |